#5: 1ste keer longeren; HOE?
Welkom bij deel 5 van de serie ‘10 eerste keren van het zadelmak maken’. In het vorige artikel hebben we het gehad over de eerste echte trainingssessie en dingen waar je rekening mee zou moeten houden wanneer je je paard voor het eerst echt aan het werk gaat zetten. In dit artikel zullen we het hebben over voltes, ofwel longeren waar we dit vaak mee associëren, wanneer en hoe je hiermee begint.
Wanneer begin je nu met ‘longeren’ en voltes?
Als het gaat om grondwerk ben ik er een voorstander van dat je je paard zo vroeg mogelijk wat communicatie vaardigheden leert en daarbij horen ook het wijken voor druk en zich laten drijven. Een gemakkelijke manier om je paard te leren netjes voorwaarts te gaan kan de volte zijn. Echter is je paard met een jaar of 3 nog lang niet uitgegroeid en 20 minuten voltes lopen is een behoorlijk zware fysieke belasting, laat staan mentale belasting.
Leer je paard dus vroeg hoe hij op de volte moet vertrekken, maar wees op zijn jonge leeftijd voorzichtig met echt ‘werk’ aan de longe voor langere perioden. Houd daarbij rekening met o.a:
– zijn leeftijd
– zijn conditie
– zijn bespiering
– zijn karakter
– ondergrond van de locatie waar je werkt
– je tuigage
Zoals met alle oefeningen heeft ook het longeren een basis van verschillende onderdelen. Belangrijk is in ieder geval dat je paard een basisbegrip heeft van het wijken voor constante en ritmische druk en hij jou vertrouwt (daar valt je stick of zweep ook onder).
Waarom? Omdat je niet wilt dat je paard van jou of je spullen wegrent, je wilt dat hij de druk op het halster begrijpt en zich niet lostrekt, en hij moet enigszins kunnen begrijpen dat een bepaalde beweging van de zweep of stick betekent dat hij daarvoor moet wijken.
Hoe gaan we vaak te werk?
Meestal wanneer we ons paard willen leren longeren pakken we de lijn in de linker hand, de zweep in de rechterhand en dan lopen we met de armen naast ons uitgestrekt naar de achterhand van ons paard en gaan flink staan ‘klikken’ naar hem. De eerste reactie van het paard is vervolgens vaak het draaien van de achterhand; zo is hij van nature geprogrammeerd. Dat willen we echter niet, dus voeren we de druk op, tikken hem eventueel op de billen en uiteindelijk zal hij hoogstwaarschijnlijk voorwaarts gaan. Ofwel heel gehaast ofwel met horten en stoten. Maar we sluiten hem op tussen lijn en zweep en uiteindelijk leert hij het wel.
Wat zijn nu de problemen in dit verhaal?
1. Onze houding met uitgestrekte armen is van nature meer een uitnodiging voor het paard om zijwaarts te gaan of om naar ons toe te komen… niet om voorwaarts te gaan.
2. Wanneer we naar de achterhand van ons paard lopen is zijn natuurlijke reactie om zijn achterhand weg te draaien en ons aan te kijken. Uiteraard, als je maar genoeg druk op de achterhand zet zal hij zich uiteindelijk wel uit de voeten maken, maar je bent de motor (achterhand) aan het aandrijven terwijl het stuur (de neus) de verkeerde kant op wijst: namelijk naar jou!
3. Vanuit deze positie bij de achterhand je paard laten vertrekken is levensgevaarlijk. Zelfs wanneer je paard je goedgezind is kan hij in een enthousiaste vertrekpoging een jolige bok geven en de blauwe plek zal je voelen, dat beloof ik!
4. Wanneer we ons paard ‘opsluiten tussen lijn en zweep’ nemen we zijn keuzevrijheid van hem af en leren we hem te leunen op ons. Zie: 3 tips voor een stabiele gang
Hoe dan wel?
Vervang nu eens het bovenstaande verhaal hiermee:
We pakken de lijn in de linkerhand, de stick of zweep in de rechterhand maar blijven zelf staan. Ons paard heeft al geleerd te wijken voor druk dus we vragen hem een paar stappen achterwaarts van ons af te wijken om op die manier een veilige ruimte te creëren (daarbij kan je paard je beter zien vanaf deze afstand). Nu til je je lijn op met je linkerhand en wijst naar links om de neus richting te geven (als het goed is begrijpt je paard druk op de neus al). Je paardje kijkt je schaapachtig aan, en vervolgens til je je stick of zweep op en ga je langzaam ritmische druk richting zijn hals sturen (desnoods voer je de druk op). Dit is een uitnodiging voor je paard om zijn neus achterna naar links te gaan. Op het moment dat hij de goede kant op draait kun je hem belonen, en daarna kun je, indien nodig, met wat druk richting de achterhand ervoor zorgen dat de motor nu gaat draaien!
In het begin is het slim om een vrij korte afstand tussen jou en je paard te houden; zo kun je hem het beste begeleiden. Gaat hij stilstaan, corrigeer hem niet meteen, bedank hem eerst eens (stilstaan op de volte is iets moois op commando straks!) en leer hem daarna weer voorwaarts te gaan.
Maak je de eerste paar keer nog niet te druk over welke gang hij kiest. Tenzij hij in paniek raakt, laat je hem met rust.
Al gauw hoef je je paard maar achteruit te vragen en de goede kant op te wijzen en hij vertrekt al.
Over de jaren heen heb ik heel veel paarden in de hand gehad die ‘niet zouden longeren’ vanwege bovenstaand probleem. Of het nu een groen paard is of een ander verhaal, met deze aanpak en een stukje geduld is het probleem 9 van de 10 keer opgelost. Experimenteer ermee en geniet ervan!
Wil je meer leren over onze wijze van zadelmak maken en inrijden? Neem een kijkje op onze: Jonge Paarden pagina.